Plinten installeren hoeft niet heel ingewikkeld zijn, als je maar de juiste materialen bij je hebt. Houten plinten kunnen op twee manieren bevestigd worden: vastgelijmd met een montagekit of vastgezet met pluggen en schroeven.
1. Voorbereiding
Afgewerkte geschilderde plinten besparen je natuurlijk wat werk, maar je kunt onbehandeld plintmateriaal kopen om de kleur bij je interieur te laten passen. Het is het beste om te schilderen voor je de plinten plaatst. Voor een mooi resultaat breng je grondverf aan vóór je schildert. Laat het drogen en schuur lichtjes vóór het schilderen. Om kromtrekken te voorkomen schilder je ook de achterkant.
2. Zaag de plinten op maat
Nu mag je de plinten op maat zagen. Je kunt elke plint meteen vastzetten, of eerst alle plinten zagen. Markeer ze dan met een nummer op de achterkant om te weten waar ze op de muur komen te liggen.
Tip: Koop ongeveer 10% meer plintmateriaal dan je denkt nodig te hebben na het opmeten van de kamer. Je hebt altijd wat verlies met zagen.
3. Bevestig de plinten (montagekit)
Breng de montagekit op de plinten aan met een kitpistool. Doe dit in stippen of golven met ongeveer 10 cm tussenruimte. De aanbevolen methode om de plinten vast te zetten is als volgt: breng Fix ALL High Tack met een kitpistool aan in dotten om de 10 cm of in 1 lijn over de gehele lengte van de plint. Spuit zeker aan de randen en hoeken voldoende lijm zodat deze ook daar goed vastgezet kunnen worden. Druk de plint tegen de muur en om ervoor te zorgen dat deze goed tegen de ondergrond aansluit blokkeer of klem je de plint met een stevig gewicht. Fix ALL High Tack doet dankzij zijn hoge aanvangshechting (high tack) zijn werk al meteen vanaf de eerste aanraking. De plint zit dus al direct na 1 seconde op zijn plek. Druk de plint meteen kort en stevig aan tegen de muur zodat de hoge aanvangshechting van de lijm zijn werk goed kan doen: beter 1 seconde stevig aandrukken als 10 seconden middelmatig.
3.1 Bevestig de plinten (schroeven)
Boor om de 30 cm een gat in de plint met een houtboor van 3 mm. Boor dan de gaten uit met een verzinkboor, zodat je later de schroefkoppen kunt bedekken met plamuur en een laatste laag verf. Houd de plint tegen de muur en markeer de schroefgaten met een potlood. Boor gaten in de muur voor de pluggen met een metselboor van 6 mm en schroef de plint vast.
4. Maak een buitenhoek
Meet de lengte van de eerste plint en tel er de dikte van de plank bij op. Zaag de plank af met een verstekzaag van 45 °. Verstek de tweede plint maar nu met de verstek naar buiten. De twee plinten vormen nu een perfect passende buitenhoek.
Tip: Zaag eerst de verstekken voordat je de plint aan de andere kant zaagt. Als de verstekken niet goed gaan, heb je genoeg lengte voor een tweede poging.
5. Maak een binnenhoek
Zet de eerste plint vast in de hoek en schuif de tweede plint er strak tegenaan. Houd nu een stuk plinthout tegen de eerste plint en kopieer de contouren ervan op de tweede plint. Zaag de tweede plint tot op de gemarkeerde lijn.
Afwerking
Als je de plinten geschroefd hebt, bedek je de schroefgaten met plamuur of vloeibaar hout. Je kan dan de plinten kitten die de ruimte tussen de plint en de muur opvult. Als de kit gedroogd is, kun je het vulmiddel verbergen onder een nieuwe verflaag.