Het gebruik van drones voor luchtopnames wordt alsmaar populairder. Niet alleen hobbyen particulieren en vloggers erop los, ook bedrijven maken er graag gebruik van voor bedrijfsvideo’s en andere soorten video’s. Heb jij ook interesse in het gaan gebruiken van een drone voor je bedrijf? Dan ben je waarschijnlijk benieuwd naar de regels. Die zijn toevallig niet lang geleden op de schop gegaan en gelden nu voor de hele EU. We vertellen meer over de regels.
Geen onderscheid tussen zakelijk en particulier gebruik
Voordat de Europese Unie gezamenlijk tot een beleid kwam voor het gebruik van drones, was het zo dat er een onderscheid was tussen zakelijk gebruik en privégebruik. Voorheen was het zo dat je een vergunning nodig had voor commerciële dronevluchten, dus voor dronevluchten waar geld mee verdiend wordt. Dit onderscheid is komen te vervallen. Voor zakelijk gebruik gelden nu dezelfde regels als voor particulier gebruik van een drone. Dat betekent bijvoorbeeld dat er in beide gevallen een exploitantnummer aangevraagd moet worden voor de drone bij het RDW. Dit nummer moet (deels) zichtbaar op de drone aangebracht worden. De inschrijving moet jaarlijks verlengd worden. Hier staan wat kosten tegenover. Daarnaast moet de piloot bij drones die 250 gram of meer wegen, een kennistest over de regels afleggen en een vliegbewijs halen. Dit vliegbewijs kan gehaald worden bij Droneland Academy. De minimumleeftijd van de bestuurder is 16 jaar.
Categorieën en vergunningen
Dronevluchten worden in de nieuwe EU-regels onderverdeeld in drie categorieën. Vluchten met een laag risico vallen in de Open categorie. Het gaat hierbij om drones tot 25 kilo waarbij binnen het zicht van de piloot gevolgen wordt, en uit de buurt van mensen. Er is geen toestemming nodig om te vliegen. Wil je echter buiten het zicht van de piloot of in een gecontroleerd luchtruim vliegen, dan kom je in de categorie Specifiek terecht en is een vergunning nodig van de ILT én van de EU-lidstaat waar je wilt gaan vliegen. Boven mensenmenigtes vliegen (zoals bij het verslag van een evenement) wordt gezien als een vlucht met hoog risico en valt daarom in de categorie Gecertificeerd. De nieuwe Europese regelgeving is nog niet op deze categorie van toepassing, waardoor de oude ‘lokale’ regels blijven gelden. Een vergunning van de nationale luchtvaarautoriteit is dan noodzakelijk.
Afstand binnen de Open categorie
Dacht je dat het zo wel overzichtelijk was, dan moeten we je helaas nog teleurstellen met wat aanvullende informatie over de Open categorie, waarin vluchten met een laag risico vallen. Deze is namelijk zelf weer onderverdeeld in drie subcategorieën: A1, A2 en A3. Dit gaat om het gewicht van de drone en daaraan gekoppeld hoeveel afstand je ermee moet houden van mensen en wegen. In de subcategorie A1 vallen drones met een gewicht van 0 tot 500 gram. Bij deze drones moet je bij vluchten met een laag risico 50 meter afstand bewaren van mensen en wegen met je drone. Drones van tussen de 500 gram en 2 kilogram vallen in de subcategorie A2, maar ook hierbij moet je 50 meter afstand houden. Heb je een drone van tussen de 2 en 25 kilogram, dan val je voor vluchten met een laag risico in de subcategorie A3 en moet je maar liefst 150 meter afstand houden.
Van belang is dus vooral het gewicht van je drone en het type vlucht dat je ermee wilt maken. Kies dus je drone verstandig en zorg dat je van tevoren weet waar je aan toe bent om teleurstellingen en problemen te voorkomen.